top of page

Tips & tricks

Tips voor een holebi- en transgendervriendelijke school

1.

Onderwijspersoneel dat elkaar steunt. 

2.

Personeel met een open houding dat discriminatie wil aanpakken.

3.

Voorlichting voor het personeel over diversiteit en discriminatie, met aandacht voor genderrollen en homoseksualiteit. 

4.

Een klachtenprocedure en -commissie op school. 

5.

Een vertrouwenspersoon op school die openstaat voor klachten over holebi- en transgenderdiscriminatie en negatief gedrag. 

Een school die werkt aan een gunstige schoolcultuur beschikt best over een holebi- en transgenderbeleid dat door iedereen gekend is en gedragen wordt.

Dit beleid bevat alle maatregelen die een school treft om een veilige schoolomgeving te creëren voor holebi’s en transgenders en hun omgeving, voor iedereen dus. Op elke school zal dit beleid er anders uitzien omdat elke school een andere schoolcultuur heeft.  

Goede voorbeelden 

Holebi’s en transgenders opnemen in het schoolreglement  
Elke school heeft een schoolreglement waaraan iedereen zich dient te houden. Door in je schoolreglement een passage op te nemen waarin staat dat niemand mag discrimineren op basis van seksuele geaardheid en genderexpressie bescherm je holebi’s en transgenders. 

1.

Kennis is macht  
Veel leerkrachten zijn niet vertrouwd met het holebi- en transgenderthema. Indien er een holebileerkracht op school werkt die uit de kast is, gaat men er maar al te vaak vanuit dat deze leerkracht het onderwerp wel zal behandelen. Dit is echter geen structurele oplossing. Het is beter om kennis te delen onder de leerkrachten. Çavaria biedt vormingen aan op maat aan leerkrachten, leerlingbegeleiders en directies. Leerkrachten die zich meer vertrouwd voelen met het thema zullen het sneller bespreekbaar maken inde klas. 

2.

Behandel het holebi- en (trans)gender thema in de lessen en maak het bespreekbaar.

Seksuele identiteit en geaardheid is expliciet opgenomen in de vakoverschrijdende eindtermen. Als school ben je dus verplicht om het thema te behandelen. Je kan ervoor kiezen om een apart lesmoment te voorzien dat helemaal in het teken staat van holebi’s en transgenders. Er zijn verschillende educatieve mappen die leerkrachten kunnen helpen bij het organiseren van een les. Het hoeft niet beperkt te worden tot de vakken godsdienst of zedenleer, het past immers in heel wat vakken. 

3.

Verhoog de zichtbaarheid met affiches en brochures  

Ga na of er op school een informatie aanbod is over het holebi- en transgenderthema. Door bijvoorbeeld posters op te hangen van de holebifoon en brochures te plaatsen in een informatiehoekje verhoog je de zichtbaarheid op school. Een holebi en gender literatuurlijst kan ook opgenomen worden in de schoolbibliotheek of in de taalvakken. 

4.

Hang de regenboogvlag uit tijdens de pride week en/of IDAHO (International Day Against Homo and Transphobia)  
De regenboogvlag is het internationale symbool van de holebi’s en transgenders over de hele wereld. Door als school een regenboogvlag op te hangen tijdens de pride week (dit is de week voor de pride in Brussel) en/of IDAHO geef je als school het signaal dat holebi’s en transgenders hier welkom zijn en zichzelf mogen zijn. Je doorbreekt als school ook het taboe over het onderwerp en het biedt een mogelijkheid om met leerlingen te praten over holebi’s en transgenders. 

5.

Is het personeelsbeleid op school holebi en transgender vriendelijk?  
Als je een veilig holebi en transgender klimaat op school wil creëren voor de leerlingen dan moet dit voor het personeel ook het geval zijn. Kunnen leerkrachten hun coming-out doen indien ze dit zelf willen? Zou een leerkracht ondersteuning krijgen tijdens een eventuele transitie? Hou er rekening mee dat niet elke leerkracht behoefte heeft om zijn coming-out te doen op de werkvloer. Ook deze beslissing dien je te respecteren en push nooit iemand naar een coming-out. 

6.

Wees consequent bij reacties van ouders/verzorgers. 
Praten over holebiseksualiteit en transgender op school kan bij sommige ouders/verzorgers reacties losmaken. Spreek op voorhand al met heel het team af hoe hierop te reageren. Het is belangrijk dat de reactie steeds hetzelfde is. Zorg ervoor dat iemand binnen het team of de directie tijd kan vrijmaken voor een gesprek. Beroep je op het schoolreglement en het pedagogisch project van de school. Ook het beleid van de onderwijskoepel kan steun bieden. 

7.

10-puntenplan voor een veilig schoolbeleid voor holebi's: 

1. Weet de school hoe veilig LHBT-leerlingen en -personeel (Lesbiennes, Homoseksuelen, Biseksuelen en Transgenders) er zich voelen? Worden er incidenten gemeld? Staat er duidelijk in het schoolreglement dat pestgedrag op basis van geaardheid of genderexpressie niet kan? 

2. Heb je als school een duidelijke visie op plagen, pesten en discriminatie? Is er een gedragen beleid over hoe de school met negatief gedrag omgaat? 

3. Heeft de school ook een duidelijke visie op hoe je positief gedrag (burgerschap, respect voor de mening van anderen, omgaan met diversiteit) bij leerlingen stimuleert? 

4. Maak met leraren en leerlingen duidelijke afspraken over wat respectvol gedrag is. Zorg dat iedereen negatief gedrag ook consequent corrigerend aanpakt. Ook als dat van leraren of ouders komt. 

5. Maak het thema zichtbaar en het onderwerp vanzelfsprekend. Hang posters tegen homofoob geweld op, programmeer een tentoonstelling, zorg voor een artikel in de schoolkrant, hang de regenboogvlag uit op 17 mei, IDAHO (International Day against Homo and Transphobia). Het zijn subtiele signalen dat de school een open houding aanneemt. 

7. Breng de lessen over tolerantie, respect, mensenrechten, rolpatronen, … in kaart. Hoe vaker en in hoe meer vakken daar aandacht voor is, hoe beter. 

8. Zorg voor specifieke lessen over seksuele diversiteit. Maak het bespreekbaar, wissel meningen uit. Geef ook expliciete aandacht aan de nuancering voor man-vrouwrolpatronen en voor de stereotypen die ons denkkader beïnvloeden. 

9. Met een vertrouwenspersoon (dat hoeft geen holebileraar te zijn) is elk knelpunt op school bespreekbaar. Heb oog voor mogelijke sociale uitsluiting van LHBT-jongeren. 

10. Betrek leerlingen, bijvoorbeeld via de leerlingenraad. Ze kunnen mee de sfeer op school bepalen door bijvoorbeeld een GSA (Gay Straight Alliance) op te richten. Stimuleer contact tussen LHBT-jongeren of richt een praatgroep op. 

6. Maak eerst het team sterker met bijscholingen

Hoe omgaan met LGBTI negatief taalgebruik op school? 

TIP 1:

Reageer altijd!

Als leerlingen het woord janet (of een gelijkaardig woord) gebruiken op een negatieve manier of als  grap, reageer altijd. Dat kan heel erg kort en hoeft niet altijd zwaar bestraft te worden. 
Bijvoorbeeld: 

  • Gasten, het is niet nodig om elkaar janet te noemen op deze manier. 

  • Wij gebruiken het woord homo hier niet als scheldwoord dus let een beetje op je taal oke? 

TIP 2: 

Bij het doelbewust uitschelden is meer nodig dan enkel reageren.

Als een groepje leerlingen of 1 leerling een andere leerling doelbewust aan het uitschelden is voor vuile janet etc. dan is enkel aangeven dat dit niet oké is niet voldoende. Neem dan de persoon of het groepje apart en volg de regels die er binnen de school zijn omtrent pestgedrag. Enkel bestraffen is niet de meest productieve manier van werken. Zorg ervoor dat een leerlingbegeleider het gesprek met de leerling(en) kan aangaan. Denk ook na over herstelgericht werken.

TIP 3: 

Praat erover met je collega's.

Als je merkt dat een bepaalde groep telkens opnieuw over de grens gaat op het vlak van taalgebruik en/of gedrag. Praat erover met collega’s die lesgeven aan de leerlingen in de desbetreffende klas. Als er een norm ontstaat binnen een klas dat het oké is om elkaar uit te schelden voor janet/homo etc. dan is het aan te raden om hier eens een gesprek over te hebben.

Wat doe je als leerlingen leerkrachten uitschelden omdat ze (vermoedelijk) LGBTI zijn?

Reageer altijd!
Het is belangrijk om ALTIJD te reageren en dit niet aan je voorbij te laten gaan. 
 Ook als je niet precies weet wie het was. Leerlingen zijn namelijk slim genoeg om dit nooit alleen te doen maar werken vanuit de veiligheid binnen een groep. 
Naast reageren is het in dit geval ook nodig om actie te ondernemen. Leerlingen die een leerkracht uitschelden mogen hier niet enkel met een berisping mee wegkomen. 
Volg dan ook de regels die er zijn omtrent pestgedrag en grensoverschrijdend gedrag. Ook hier is enkel bestraffen niet voldoende, zorg ervoor dat een leerlingbegeleider het gesprek met de leerling(en) kan aangaan. Denk ook na over herstelgericht werken.

Wat als je niet zeker bent wie in het groepje riep? 

Stuur dan de hele groep naar de leerlingbegeleider. Niets doen omdat je niet precies weet wie het was, is precies hetgeen waarop de leerlingen hopen en zo kunnen ze ongestraft verder gaan. Een gesprek met de leerlingbegeleider is ook geen strafstudie, maar het geeft wel de kans om met de jongeren te praten over waarom het echt niet oké is om dit te doen. Als het consequent dezelfde groep is dan kan je bij herhaling wel kijken om de groep verder te bestraffen conform de regels de er zijn rond pestgedrag en grensoverschrijdend gedrag   

bottom of page