top of page
depression-1446644-1222319_edited.png

Tips & tricks

Wat moet ik doen als ik gepest word of ik zie iemand anders pesten? 

Kom op voor jezelf of een ander.

De eerste, meest voor de hand liggende tip is dat je bij pestgedrag voor jezelf moet opkomen. Dit betekent niet dat je kwaad moet worden, want dit is een reactie die pesters vaak juist willen zien. Het is beter om rustig te blijven en te laten blijken dat de pesterijen je niets doen. Toon geen angst en kijk de pester in de ogen aan. Het moet voor de pester duidelijk zijn dat er bij jou niets te halen is.

Ben je getuige van pestgedrag, twijfel dan niet en kom op voor de gepeste persoon. Wanneer je wordt gepest kan het lastig zijn om voor jezelf op te komen. Hulp van buitenaf kan iemand net dat zetje geven om de volgende keer beter voor zichzelf op te komen.

Blijf rustig.

Pesters zoeken altijd naar een reactie bij de gene die ze pesten. Dat kan woede zijn, maar ook verdriet. Door rustig te blijven, krijgt de pester niet wat hij of zij wil. Ook al doen de pesterijen pijn, probeer dit niet te laten merken aan je pester(s).

Zoek hulp.

Je hoeft je niet te schamen als je gepest wordt, iedereen kan gepest worden! Als je hulp gaat zoeken bij een leraar, leidinggevende of andere persoon, ben je niet zwak zoals de pester vaak beweert. Je toont aan dat je niet gediend bent met de pesterijen en de kans is groot dat het pesten sneller stopt wanneer je hulp zoekt.

Vermijd pesters. Je hebt ze niet nodig!

Het komt regelmatig voor dat een pester een enigszins populair imago heeft binnen een groep. Om deze reden willen mensen die gepest worden soms juist vrienden worden met hun pesters. Deze reactie is in principe begrijpelijk, maar niet de juiste reactie. Iemand die pest is je aandacht niet waard en laat je bovendien slecht voelen. Negeer je pesters en ga niet met ze om.

Omring je met mensen die je accepteren.

In een groep ben je sterker. Omring je met mensen die je nemen zoals je bent en je begrijpen. Vrienden geven je meer zelfvertrouwen, laten je beter voelen en kunnen je helpen bij een pesterij. Ga als groep niet vol in de tegenaanval tegen de pester(s), maar negeer de pester. Confrontaties werken vaak juist tegenovergesteld.

Accepteer pesten nooit. Bij wie dan ook.

Pesten is nooit een oplossing. Accepteer in geen enkel geval pesterijen en probeer er altijd wat aan te doen, ook als de gepeste persoon iemand is waar je niet bevriend mee bent. Door als groep, klas of bedrijf allemaal tegen pesten te zijn, krijgen pesters geen kans.

Loop niet mee met pesters. 

Voortgaand op het vorige punt, is het belangrijk dat je niet meeloopt met een pester. Een pester krijgt meestal meelopers die bang zijn om zelf gepest te worden als ze niet meedoen, of graag vrienden willen zijn met de pester. Er kan groepsdruk bestaan om mee te doen met het pesten. Verzet je hiertegen en kies de kant van de persoon die gepest wordt. 

Bespreek het pestgedrag.

Probeer altijd open te zijn over pestgedrag. Door gevoelens in jezelf op te sluiten, kan het pesten nog meer invloed op je hebben dan het al heeft. Door het pesten te bespreken met mensen uit je omgeving, kom je ook sneller tot een oplossing.

Blijf altijd jezelf!

Er bestaat geen enkele goede reden om te pesten. Mensen worden vaak gepest, omdat ze op sommige vlakken iets anders zijn dan anderen. Anders zijn is echter niet slecht, het maakt je juist uniek. Wat de reden voor het pesten ook is, probeer niet te veranderen om zo het pesten te voorkomen. Wees trots op wie je bent en straal dit uit naar iedereen om je heen.

Tips & tricks voor de school.

Preventiestrategie:

FASE 1:

Analyse van de beginsituatie:
In een eerste stap kan de school de eigen situatie kort analyseren door een aantal vragen te stellen. In welke mate wordt de school geconfronteerd met pestproblemen? Heeft men hierop een realistisch zicht? Welke maatregelen worden reeds genomen? Wat kan verbeterd worden? Wie wordt hierbij betrokken? Om hier echt werk van te maken, is het wenselijk om een werkgroep op te starten die een antwoord formuleert op deze vragen. Naast de directie kunnen ook personeelsleden, ouders, leerlingen en het CLB hiervan deel uitmaken.

FASE 2:

Sensibiliseren van personeelsleden, leerlingen en ouders:

*Aangezien leerkrachten per week meestal slechts een beperkt aantal uren in dezelfde klas lesgeven en het toezicht versnipperd is, is het in het secundair onderwijs niet altijd makkelijk om snel signalen op te vangen. Bovendien vindt het pesten zelden voor de neus van de leerkrachten plaats. De leerkrachten kunnen gestimuleerd worden om hier toch de nodige aandacht voor te hebben. De school voorziet ook in voldoende toezicht op de speelplaats, in de eetzaal en tijdens schooluitstappen.
 

*Ook aan de andere personeelsleden kan expliciet gevraagd worden om oog te hebben voor signalen van pesterijen. We denken hierbij zowel aan het ondersteunend als aan het technisch personeel. Een eenvoudig voorbeeld is dat het onderhoudspersoneel, indien het bij het schoonmaken van de klaslokalen stoot op zaken die kunnen wijzen op een pestprobleem, dit best meteen aan de directeur melden. Hetzelfde geldt voor het personeel dat toezicht houdt tijdens de pauzes.
 

*Alle leerlingen krijgen de duidelijke boodschap dat pesten niet kan. Voor de slachtoffers is dit een belangrijk signaal. Als zij gepest worden, zullen zij minder snel het gevoel hebben dat het allemaal hun eigen fout is. Aan de leerlingen wordt ook best het signaal gegeven dat de school van de leerlingen verwacht dat zij pestgedrag signaleren wanneer zij er getuige van zijn. In de lagere leerjaren kan samen met de leerlingen een klasreglement opgesteld worden met een aantal positieve bepalingen.
 

*De ouders krijgen de boodschap dat zij pestgedrag best zo snel mogelijk aan de school signaleren. De school stelt duidelijk hoe en aan wie dit best gebeurt. Dit betekent niet dat zij ook automatisch gelijk hebben en gelijk krijgen. Op basis van signalen van de gepeste leerling is het niet altijd eenvoudig om onmiddellijk zicht te hebben op de ware toedracht. Door het voorval verder te onderzoeken en de ouders verder te informeren over de maatregelen die werden genomen, is het voor de ouders duidelijk dat zij ernstig worden genomen.

FASE 3:

Vorming van leerkrachten, leerlingen en ouders:
Leerkrachten, leerlingen en ouders kunnen verschillende vormingen volgen. In het kader van de preventie van pesten, zullen deze vormingen zich eerder richten tot het werken aan een goed schoolklimaat en het welbevinden van de leerlingen. Leerlingen kunnen een training volgen over communicatieve vaardigheden. Daarnaast bestaan er ook vormingen die zich specifiek richten op de aanpak van pesten.

Tips & tricks voor de ouders.

Je kind is niet "alleen maar slachtoffer."

Leg de schuld van het pesten niet bij je kind. Wijs op de mooie en sterke kanten van je zoon of dochter. Ga op zoek naar krachten.

Leer je kind manieren om ‘neen’ te zeggen. Slechts 50% van de slachtoffers zorgen ervoor dat de dader hen niet meer kan bereiken. Dat blijkt echter wel een hele effectieve manier.

Luister goed.

Als een kind thuis eindelijk toegeeft dat het gepest wordt, luister goed, laat hem vertellen en stel het gerust dat hij boos, bang en verdrietig mag zijn. Maak hem duidelijk dat niemand het recht heeft om te pesten. Zeg aan je kind dat je het zal steunen en dat je samen naar een oplossing zal zoeken. Maak je kind duidelijk dat het goed is dat hij met zijn zorgen bij jullie komt, want dat dergelijke problemen te groot zijn om alleen te dragen. Maak afspraken dat je kind nooit nare geheimen hoeft te hebben, zeker niet als anderen die geheimen bij hem afdwingen of bedreigen.

Breng de situatie in kaart.

Breng samen met je kind de situatie in kaart: wie pest er, waar en wanneer, welke kinderen zijn behulpzaam, wat is pesten en wat is plagen. Vertel aan je kind waarom het nodig is om de school te contacteren en/of naar de politie te stappen als de situatie dat vraagt.

Sta uitvoerig stil bij de gevoelens en beleving van het kind. Bevraag het gehele verhaal. Het is heel belangrijk voor de gepeste om erover te praten, zo moet hij of zij de zware lasten niet alleen dragen.

Erken het leed.

Erkenning van schade en leed is nodig om verder te kunnen in het leven. De pijn eist gevoeld te worden. Wat nodig is, is dat je kind zichzelf niet langer door de ogen van de pestkoppen gaat bekijken, maar door zijn eigen ogen. Daar heeft je kind ook anderen voor nodig.

Blijf rustig.

Zet pesters niet publiekelijk aan de schandpaal. Het delen van berichten & filmpjes op sociale media zorgt mogelijks voor een gewenning aan geweld én kan leiden tot een escalatie van geweld en wraakacties. Bel ook niet in een impulsieve bui naar de ouders van de pester. Voorkom schade doordat je de situatie zo mogelijks verergert of het vertrouwen van je kind verliest.

Vermijd emotionele reacties en goedbedoelde tips en adviezen.

Veel ouders reageren heel emotioneel als hun kind gepest wordt. Toch helpt het niet om vanuit je emotie te willen helpen.

Slachtoffers hebben niets aan goedbedoelde adviezen, zeker niet de pedagogisch onverantwoorde adviezen. Je helpt hen niet met zinnen als:

 Negeer ze gewoon!
Sla terug.
Bijt dan van je af?
Mij zou dat niet overkomen.

Vertel over de pester-rol.

 Schets de rol van een pester, laat je kind begrijpen dat dit gedrag een oorzaak heeft, zonder het gedrag goed te praten.

 Maak je kind duidelijk dat pestkoppen uit zijn op een reactie. Als je laat merken dat de pesterijen je raken, wordt het pesten alleen maar heviger.

bottom of page